Sinds 1963 actief in restauraties
Het pand op de hoek van de Karremanstraat en de Droogstraat is blokvormig en ruim. Al telt het slechts één volledige bouwlaag, de grote kap bevat ook nog veel ruimte. Het heeft in het verleden enkele kleine woningen bevat. De gevels zijn geblokt gestukadoord en wit geschilderd. De gelijkenis met ‘het klooster’ op de hoek van de Zoutsloot en het Herenwaltje is groot. Na de restauratie (2002) heeft het pand aan de zijde van de Karremanstraat twee maal twee grote zesruitsvensters en aan de zijde van de Droogstraat eerst twee brede zesruitsvensters, dan de deur met kussenpanelen en bovenlicht en tenslotte twee smallere vensters. Daar is aan de westzijde de zijgevel tot een tuit gemetseld. Aan de Droogstraat-zijde is aan de ankers onder de goot zichtbaar hoe de zolderbalken lopen. Aan beide zijden ligt een bakgoot op licht geprofileerde klossen. De schilden van de kap zijn gedekt met oranjerode golfpannen, ze zijn aan beide zijden voorzien van tuimelramen en op de hoeken staan flinke schoorstenen met borden.